donderdag 28 juli 2016

Zebrarups van (Sint-Jakobsvlinder)

De rups van de sint-jacobsvlinder wordt zebrarups genoemd, naar de typische strepen op het lijf. Het jakobskruiskruid, dat deze rups eet bevat giftige bestanddelen die de rups oneetbaar maken. De opvallende tekening waarschuwt daarvoor, waardoor het dier als voedselbron gemeden wordt. De rups raakt het gif dat hij binnenkrijgt niet meer kwijt, in tegendeel, het wordt geconcentreerd en doorgegeven aan de vlinder die daardoor eveneens oneetbaar is. Dit is vaker het geval bij felgekleurde insecten.

Kortzuiger (Crocallis elinguaria)

De kortzuiger (Crocallis elinguaria) is een nachtvlinder uit de familie Geometridae, de spanners. De voorvleugellengte bedraagt tussen de 18 en 22 millimeter. De imago lijkt wat op de getande spanner (Odontopera bidentata), maar de vliegtijd is anders, en de kortzuiger heeft geen getande achterrand van de voorvleugel. Hij komt verspreid over Europa voor. De soort overwintert als ei.

maandag 13 januari 2014

Zwarte zwaan (Cygnus atratus)

Kenmerken
De zwarte zwaan is bijna volledig zwart met enkel witte handpennen. De rozerode snavel is lichter op de punt. De poten zijn grijs. De zwarte zwaan heeft van alle zwanen de langste hals: meer dan half zo lang als de totale lichaamslengte. Hij wordt 110 tot 140 centimeter lang en tot zes kilogram zwaar. De geslachten zijn qua uiterlijke kenmerken gelijk.

Leefwijze
De zwarte zwanen vormen rond hun tweede levensjaar een koppel voor het leven. De kuikens worden door de ouders samen opgevoed. De zwarte zwaan is niet honkvast. Bij zwerftochten kan hij afstanden van honderden kilometers overbruggen en zorgt zo ook zelf voor zijn verspreiding. Kenmerkend is de klagende, trompetterende roep bij hun nachtelijke vluchten. Zijn voedsel bestaat uit grassen en waterplanten. Dit dier is een zwerfvogel.


donderdag 5 september 2013

Schorsvlieg (Mesembrina meridiana)

Kenmerken
Grote, glanzend zwarte vlieg met oranje gekleurde vleugelbases en evenzo gekleurd 'gezicht' (gedeelte tussen de ogen onder de voelsprieten).

Voorkomen
Algemeen in Nederland en Belgiƫ, vooral op zandgronden bij bosranden.

Levenswijze
De vlieg zont vaak op bomen of op de grond. De larven ontwikkelen zich in paarden- en rundermest en eten daar niet zo zeer de mest, maar de daarin levende, andere soorten vliegenlarven. Vaak legt het vrouwtje per mesthoop maar 1 of enkele eieren, mogelijk omdat haar nakomelingen dan niet met elkaar hoeven te concurreren om voedsel. De larven doden veel andere medemestbewoners om de volwassen staat te bereiken.

vrijdag 23 augustus 2013

Kleine vos (Aglais urticae)

De kleine vos (Aglais urticae) is een dagvlinder uit de familie Nymphalidae, de vossen, parelmoervlinders en weerschijnvlinders.
De wetenschappelijke naam urticae verwijst naar het geslacht Urtica van de waardplant grote

De kleine vos heeft een voorvleugellengte van 22 tot 25 millimeter.
De basiskleur van de bovenkant van de vleugels is oranje. Langs de voorrand (costa) van de voorvleugel loopt een band van afwisselend gele en zwarte vlekken, die bij de vleugelpunt (apex) wordt afgesloten met een witte vlek. Ook in het middenveld bevinden zich nog een zwarte vlek geflankeerd door een gele vlek en twee zwarte stippen. De vleugelbasis van de achtervleugel is zwartbruin. Bij de voorrand van de vleugel loopt het oranje over in geel. Langs de vleugelranden loopt een rand met aan de binnenkant opvallende blauwe maanvormige vlekjes die zwartomrand zijn. De franje is geblokt. Zowel de voorvleugel als de achtervleugel heeft een meestal onopvallend uitstulpinkje.